In deze editie van The Green Times kijken we niet alleen vooruit, maar blikken we ook terug. Hoe zijn we tot hier gekomen?

We hebben enkele belangrijke momenten in de geschiedenis van de tuinbouw op een rijtje gezet, waaronder de uitvinding van meststoffen en de oppotmachine.

notendop

Sierteeltgeschiedenis

IN EEN

1800

1840-1913

1938

1950

1967

1967

1970

1980

2021

SCROLL NAAR BENEDEN

notendop

Sierteeltgeschiedenis

IN EEN

In deze editie van The Green Times kijken we niet alleen vooruit, maar blikken we ook terug. Hoe zijn we tot hier gekomen?

We hebben enkele belangrijke momenten in de geschiedenis van de tuinbouw op een rijtje gezet, waaronder de uitvinding van meststoffen en de oppotmachine.

Voor de uitvinding van de kas moeten we heel wat jaren teruggaan in de tijd. Naar verluidt wordt er al sinds de Romeinse tijd onder gecontroleerde omstandigheden geteeld. De eerste moderne kas werd ergens in de negentiende eeuw gebouwd in Leiden door de Franse plantkundige Karel Lucien Bonaparte. Deze kas werd gebruikt voor de teelt van tropische medicinale planten.

De uitvinding van meststoffen: er zijn verschillende mensen die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan alles wat we nu weten over plantenvoeding. We noemen er een aantal. Justus von Liebig ontdekte dat stikstof de belangrijkste voedingsstof is voor planten en werkte in 1840 de wet van het minimum uit. Deze wet houdt in dat de groei wordt bepaald door de limiterende factor (de voedingsstof die het minst aanwezig is) en niet door alle beschikbare voedingsstoffen samen.

De Duitse scheikundige en Nobelprijswinnaar Fritz Haber ontwikkelde in 1909 een methode om ammoniak te produceren uit stikstof en waterstof. Carl Bosch werkte de methode verder uit en maakte deze in 1913 geschikt voor de productie van meststoffen op commerciële schaal.

De ontwikkeling van het eerste groeimedium voor commercieel gebruik: in 1938 ontwikkelden Lawrence en Newell, twee onderzoekers van het Britse John Innes Horticultural Institute, gestandaardiseerde groeimedia voor commerciële productie. Na jaren van experimenteren met de fysische eigenschappen en voedingsstoffen in composten ontstonden er twee standaard ‘John Innes'-mixen die de teelt in potten hebben veranderd.

Vanwege de toename van de gewasproductie in kassen en op containerkwekerijen gingen kwekers begin jaren 1950 over van vollegrondsteelt op teelt in potten en containers.

In 1967 ontwikkelde Archer Daniels Midland Corporation, een groot Amerikaans graanbedrijf, een bemestingsmethode op basis van gecoate meststoffen. Hieruit kwam Osmocote voort, een NPK-korrel omhuld met een biologische harscoating, waardoor slechts één toediening van meststoffen voor langere tijd voldoende zou zijn. Dit was de start van een volledig nieuw bemestingsprincipe.

1967 was ook het jaar waarin de oppotmachine werd uitgevonden. George Mayer, een metaalbewerker van beroep, had een idee om het proces van potplanten sneller en gemakkelijker te maken. Hij begon met het ontwikkelen van verschillende prototypes en na jaren van testen introduceerde Mayer in 1967 de eerste oppotmachine met automatische boormotor, die hij “The Planter” noemde. Deze machine leverde een enorme tijdsbesparing op.


In de jaren 1970 werd leem in West-Europa vervangen door veen, omdat het licht, goedkoop en in overvloed beschikbaar was. In landen als Australië en Noord-Amerika, waar men minder makkelijk aan veen kon komen, werden materialen op basis van hout, zoals bast, gebruikt.

Na de olie- en energiecrises van de jaren 1970 stonden de jaren 1980 in het teken van hulpbronbesparende uitvindingen zoals energiebesparende klimaatschermen die voor optimale teeltomstandigheden in de kassen zorgden door het licht te reguleren.


In 2021 zal het volgende Osmocote-product worden geïntroduceerd, een nieuwe innovatie van de uitvinders van de eerste gecontroleerd vrijkomende meststof!

1800

1840-1913

1938

1950

1967

1967

1970

1980

2021

SCROLL NAAR BENEDEN